Herhaling I
Inleiding
Vanaf vandaag zullen we een serie herhalingsoefeningen doen. Elk daarvan bevat vijf van de reeds geïntroduceerde ideeën, te beginnen met het eerste en eindigend met het vijftigste. Na ieder idee volgt een korte toelichting, die je bij de herhaling in overweging moet nemen. De oefeningen horen in de daarvoor bestemde perioden als volgt te worden gedaan:
Begin de dag met het lezen van de vijf ideeën plus de toelichting. Daarna hoef je geen bepaalde volgorde aan te houden bij het overdenken daarvan, maar je moet wel met elk idee tenminste één keer oefenen. Gebruik voor elke oefenperiode ruim twee minuten, waarin je over het idee en de bijbehorende toelichting nadenkt, nadat je die overgelezen hebt. Doe dit vandaag zo vaak mogelijk. Als één van de vijf ideeën je meer aanspreekt dan de andere, concentreer je dan daarop. Maar zorg er aan het eind van de dag voor dat je ze allemaal nog eens herhaalt.
Het is niet noodzakelijk om in de oefenperioden de toelichting na elk idee woordelijk of grondig te repeteren. Probeer liever de nadruk te leggen op de kern ervan en denk erover na als onderdeel van je herhaling van het idee waarop het betrekking heeft. Nadat je het idee en de bijbehorende toelichting gelezen hebt, moet je de oefening met gesloten ogen doen, liefst wanneer je op een rustige plek alleen bent.
Dit geldt vooral voor de oefenperioden in het leerstadium waarin jij nu verkeert. Je zult echter moeten leren geen speciale omstandigheden meer nodig te hebben om toe te kunnen passen wat je hebt geleerd. Je zult het geleerde eerder nodig hebben in situaties die jou vrede lijken te verstoren, dan in situaties die al vredig en rustig lijken. Wat je leert heeft tot doel jou in staat te stellen de rust met je mee te dragen en verdriet en verwarring te genezen. Dit doe je niet door die te ontvluchten en een afgezonderd toevluchtsoord voor jezelf te zoeken.
Je zult hoe dan ook leren dat vrede deel van jou en slechts van je vraagt dat je elke situatie waarin je je bevindt, omhelst. En uiteindelijk zul je leren dat er geen grens is aan waar jij bent, zodat jouw vrede overal is, net als jij.
Je zult merken dat in het kader van de herhaling sommige ideeën niet helemaal in hun oorspronkelijke vorm worden aangeboden. Gebruik ze zoals ze hier gegeven zijn. Het is niet nodig om terug te gaan naar de oorspronkelijke formulering of de ideeën toe te passen zoals toen werd voorgesteld. We leggen nu de nadruk op de verbanden tussen de eerste vijftig ideeën die we behandeld hebben en op de samenhang van het denksysteem waarheen ze jou leiden.
Les 55
De herhaling van vandaag houdt het volgende in:
1. (21) Ik ben vastbesloten de dingen anders te zien.
Wat ik nu zie, zijn slechts de tekenen van ziekte, rampspoed en dood. Dit kan niet zijn wat God voor Zijn geliefde Zoon geschapen heeft. Alleen al het feit dat ik zulke dingen zie, is het bewijs dat ik God niet begrijp. Daarom begrijp ik ook Zijn Zoon niet. Wat ik zie, zegt mij dat ik niet weet wie ik ben. Ik ben vastbesloten de getuigen te zien van de waarheid in mij, in plaats van degene die mij een illusie van mezelf tonen.
2. (22) Wat ik zie is een vorm van wraak.
De wereld die ik zie, is beslist niet de weergave van liefdevolle gedachten. Ze is er een beeld van hoe alles alles aanvalt. Ze is allesbehalve een weerspiegeling van de Liefde van God en de Liefde van Zijn Zoon. Het zijn mijn eigen aanvalgedachten die dit beeld doen ontstaan. Mijn liefdevolle gedachten zullen mij verlossen van deze waarneming van de wereld, en mij de vrede geven die God voor mij heeft bestemd.
3. (23) Ik kan aan deze wereld ontsnappen door aanvalgedachten op te geven.
Hierin, en in niets anders, ligt verlossing. Zonder aanvalgedachten zou ik geen wereld vol aanval kunnen zien. Wanneer vergeving mij weer bewust laat worden van liefde, zal ik een wereld van vrede, vreugde en veiligheid zien. En dít verkies ik te zien in plaats van datgene waar ik nu naar kijk.
4. (24) Ik zie niet wat mijn hoogste belang is.
Hoe kan ik mijn hoogste belang onderkennen wanneer ik niet weet wie ik ben? Wat ik meen dat mijn hoogste belang is, kluistert me alleen maar meer aan de wereld van illusies. Ik ben bereid de Gids te volgen die God mij gegeven heeft om te ontdekken wat werkelijk mijn hoogste belang is, omdat ik inzie dat ik dit niet uit mezelf kan zien.
5. (25) Ik weet van niets waartoe het dient.
Voor mij is het doel van alles, te bewijzen dat mijn illusies omtrent mezelf werkelijkheid zijn. Voor dit doel probeer ik alles en iedereen te gebruiken. En hiertoe geloof ik ook dat de wereld dient. Daarom herken ik haar werkelijke doel niet. Het doel dat ik aan de wereld gegeven heb, heeft tot een angstaanjagend beeld van haar geleid. Laat ik mijn denkgeest openstellen voor het werkelijke doel van de wereld, door het doel dat ik haar heb verleend terug te nemen en de waarheid over haar te leren.
Laatst bijgewerkt: 23 feb 2023