1. Er is een licht in jou dat de wereld niet kan zien. En met haar ogen zul jij dit licht niet waarnemen, want je wordt door de wereld verblind. Toch heb je ogen om het te zien. Het is er om door jou te worden aanschouwd. Het werd niet in jou geplaatst om voor jouw blik verborgen te blijven. Dit licht is een weerspiegeling van de gedachte die we nu oefenen. De Liefde van God in je voelen is de wereld met nieuwe ogen zien, stralend van onschuld, bezield van hoop en gezegend met volmaakte goedheid en liefde.
2. Wie zou in zo’n wereld angst kunnen voelen? Ze verwelkomt jou, verheugt zich dat jij gekomen bent, en zingt jouw lof terwijl ze je behoedt voor elke vorm van gevaar en pijn. Ze biedt jou een warm en vriendelijk thuis waar je een poosje kunt verblijven. Ze zegent jou de hele dag door en waakt gedurende de nacht als een stille bewaker van jouw heilige slaap. Ze ziet verlossing in je en beschermt het licht in jou waar ze haar eigen licht in ziet. Ze biedt jou haar bloemen en haar sneeuw, in dankbaarheid voor jouw welwillendheid.
3. Dit is de wereld die door de Liefde van God wordt geopenbaard. Ze verschilt zo van de wereld die jij ziet door ogen die verduisterd zijn door boosaardigheid en angst, dat de een de ander logenstraft. Slechts één kan er überhaupt worden waargenomen. De ander is totaal zonder betekenis. Een wereld waarin vergeving alles beschijnt, en vrede iedereen haar milde licht schenkt, is ondenkbaar voor hen die een wereld van haat zien die uit aanval voortkomt, klaar om wraak te nemen, te moorden en te vernietigen.
4. Toch is de wereld van de haat even onzichtbaar en ondenkbaar voor hen die Gods Liefde in zich voelen. Hun wereld weerspiegelt de rust en vrede die in hen straalt, de zachtmoedigheid en onschuld die ze om zich heen zien, de vreugde waarmee ze naar buiten kijken vanuit de oneindige bronnen van vreugde binnenin. Wat ze in zich hebben gevoeld dat aanschouwen ze, en ze zien overal de onbetwistbare weerspiegeling daarvan.
5. Wat zou jij willen zien? De keuze is aan jou. Maar leer deze wet van het zien en laat je denkgeest die niet vergeten: je zult datgene buiten je zien wat je vanbinnen voelt. Als haat een plek vindt in je hart, zul je een beangstigende wereld zien, die de dood wreed in zijn scherpgepunte, knokige vingers houdt. Als je de Liefde van God in je voelt, zul je op een wereld van genade en liefde uitkijken.
6. Vandaag gaan we aan illusies voorbij wanneer we proberen te komen tot wat waar is in ons, en wij daarvan de alomvattende tederheid voelen, de Liefde die weet dat wij even volmaakt zijn als zijzelf, en het zicht dat het geschenk aan ons is van die Liefde. Vandaag leren wij de weg. Hij is even veilig als de Liefde zelf waarheen hij ons voert. Want de eenvoud daarvan vermijdt de valstrikken die de dwaze kronkels van de schijnredeneringen van de wereld alleen maar helpen verbergen.
7. Doe eenvoudig dit: wees stil en leg alle gedachten terzijde over wat jij bent en wat God is, alle ideeën die je hebt geleerd ten aanzien van de wereld, alle beelden die je hebt van jezelf. Maak je denkgeest leeg van alles waarvan hij denkt dat het waar of onwaar, goed of slecht is, van iedere gedachte die hij waardevol acht en van alle ideeën waarvoor hij zich schaamt. Houd vast aan niets. Breng geen enkele gedachte met je mee die het verleden je heeft geleerd, en geen enkele overtuiging die je vroeger ooit aan wat ook hebt ontleend. Vergeet deze wereld, vergeet deze cursus, en kom met volkomen lege handen tot jouw God.
8. Is Hij het niet die de weg naar jou kent? Jij hoeft de weg naar Hem niet te kennen. Jouw aandeel bestaat eenvoudig hierin dat je alle belemmeringen die jij tussen de Zoon en God de Vader hebt geplaatst, rustig en voor eeuwig laat wegnemen. God zal Zijn deel doen, als vreugdevol en onmiddellijk antwoord hierop. Vraag en ontvang. Maar stel geen eisen, en wijs God ook niet de weg waarlangs Hij jou zou moeten verschijnen. De manier om Hem te bereiken is eenvoudig Hem te laten zijn. Want op die manier wordt ook jouw werkelijkheid verkondigd.
9. En dus kiezen we vandaag niet de weg waarlangs wij tot Hem gaan. Maar we kiezen er wel voor Hem te laten komen. En met deze keuze rusten we. En in ons kalme hart en onze open denkgeest zal Zijn Liefde zich vanzelf een weg banen. Wat niet ontkend is, is zeker daar, mits het waar is, en kan zeker worden bereikt. God kent Zijn Zoon en kent de weg naar hem. Hij heeft Zijn Zoon niet nodig om Hem te wijzen hoe Hij Zijn weg vinden moet. Door iedere geopende deur schijnt Zijn Liefde, vanuit haar huis in het innerlijk, naar buiten, en verlicht de wereld in onschuld.
10. Vader, wij kennen de weg naar U niet. Maar we hebben geroepen en U heeft ons geantwoord. We zullen geen hindernissen opwerpen. De wegen der verlossing zijn niet de onze, want ze behoren U toe. En we wenden ons tot U om die te vinden. Onze handen zijn open om Uw gaven te ontvangen. We hebben geen gedachten die we los van U denken, en koesteren geen overtuigingen over wat we zijn of Wie ons geschapen heeft. Uw weg is het die wij willen vinden en volgen. En we vragen louter dat Uw Wil, die ook de onze is, geschiede in ons en in de wereld, opdat zij nu een deel van de Hemel wordt. Amen.