Inleiding tot les 181-200

Ons volgend stel lessen is speciaal gericht op de versteviging van je bereidwilligheid om je zwakke inzet sterk te maken en je uiteenlopende doelstellingen tot één intentie samen te smeden. Er wordt vooralsnog geen voortdurende en totale toewijding van je gevraagd. Maar jou wordt ge­vraagd nu te oefenen om het gevoel van vrede te bereiken dat een dergelij­ke volledige inzet, al is het maar met tussenpozen, je zal schenken. Juist de ervaring hiervan garandeert dat jij je totale bereidwilligheid zult inzetten om de weg te volgen die de cursus uiteenzet.

Onze lessen zijn nu met name afgestemd op het verruimen van horizon­ten en op een directe aanpak van de speciale belemmeringen die jouw visie vernauwd hebben en te beperkt houden om jou de waarde van ons doel te laten zien. We doen nu een poging deze belemmeringen op te heffen, hoe kortstondig ook. Woorden alleen kunnen het gevoel van bevrijding waar­mee dit gepaard gaat, niet overbrengen. Maar de ervaring van vrijheid en vrede die ontstaat wanneer jij je rigoureuze controle over wat je ziet op­geeft, spreekt voor zich. Jouw motivatie zal zo worden versterkt dat woor­den niet meer zo belangrijk zijn. Je zult zeker zijn over wat jij wilt, en over wat geen waarde heeft.

En zo beginnen we onze reis die aan woorden voorbijgaat, door ons eerst te concentreren op wat jouw vooruitgang nog steeds in de weg staat. De ervaring van wat voorbij een verdedigende houding ligt, blijft buiten je be­reik zolang je het bestaan daarvan ontkent. Het is er misschien, maar je kunt de aanwezigheid ervan niet accepteren. Dus proberen we nu elke dag voor eventjes aan alle verdedigingen voorbij te gaan. Meer wordt er niet gevraagd, want meer is er niet nodig. Het zal voldoende zijn om te garanderen dat de rest zal komen.

 

LES 182

Ik zal een ogenblik stil zijn en naar huis toe gaan.

 

Deze wereld waarin jij lijkt te leven, is niet jouw thuis. En ergens in je denkgeest weet jij dat dit waar is. Een herinnering aan thuis blijft je achter­volgen, alsof er een plek was die jou oproept terug te keren, ofschoon je de stem niet herkent, noch wat het is waaraan die jou herinnert. Toch voel je je nog steeds een vreemde hier, van wie weet waarvandaan. Het is niet iets zo bepaalds dat jij met zekerheid kunt zeggen dat je hier een balling bent. Alleen maar een aanhoudend gevoel, soms niet meer dan een heel lichte harteklop, op andere momenten nauwelijks herinnerd, en krachtig van je afgezet, maar iets dat stellig weer in je gedachten terug zal keren.

Niemand die niet weet waarvan we hier spreken. Toch proberen sommi­gen hun lijden opzij te zetten in de spelletjes die ze spelen om hun tijd te vullen en hun verdriet van zich af te houden. Anderen zullen ontkennen dat ze bedroefd zijn, en zijn zich hun tranen in het geheel niet bewust. Weer anderen zullen volhouden dat waarvan we spreken een illusie is, die als niets meer dan een droom moet worden beschouwd. Maar wie zou in alle oprechtheid, zonder een verdedigende houding of zelfmisleiding, willen ontkennen dat hij de woorden die we spreken begrijpt?

We spreken vandaag voor ieder die in deze wereld leeft, want hij is niet thuis. Hij loopt onzeker rond in een eindeloze zoektocht, en zoekt in het donker naar wat hij niet kan vinden, zonder te weten wat hij zoekt. Hij maakt zich duizend plaatsen tot een thuis, maar niet één stelt zijn rusteloze denkgeest tevreden. Hij begrijpt niet dat hij vergeefs bouwt. Het thuis dat hij zoekt, kan niet door hem worden gemaakt. Er is geen substituut voor de Hemel. Alles wat hij ooit maakte, was de hel.

Misschien denk je dat het ’t huis uit je kindertijd is dat jij terug zult vin­den. De kindertijd van je lichaam en zijn onderkomen toen zijn een herin­nering die nu zo is vervormd, dat jij enkel een beeld vasthoudt van een verleden dat nooit heeft plaatsgehad. Toch is er een Kind in jou dat het huis van Zijn Vader zoekt en weet dat Hij hier vreemd is. Die kindertijd is eeuwig, met een onschuld die voor altijd zal duren. Waar dit Kind zal gaan is heilige grond. Het is Zijn Heiligheid die de Hemel op doet lichten en die de pure weerschijn van het licht daarboven, waarin aarde en Hemel als één verenigd zijn, naar de aarde brengt.

Het is dit Kind in jou dat je Vader kent als Zijn eigen Zoon. Het is dit Kind dat Zijn Vader kent. Het verlangt er zo intens, zo onophoudelijk naar om naar huis te gaan dat Zijn stem jou toeroept Hem even te laten uit­ rusten. Het vraagt om niet meer dan enkele ogenblikken respijt, een pauze slechts waarin Het kan terugkeren om weer de heilige lucht in te ademen die Zijn Vaders huis vervult. Jij bent ook Zijn thuis. Het zal terugkeren. Maar geef Het slechts een beetje tijd om Zichzelf te zijn, in de vrede die Zijn thuis is, rustend in stilte, in vrede en in liefde.

Dit Kind heeft jouw bescherming nodig. Het is ver van huis. Het is zo klein dat Het zo gemakkelijk buitengesloten lijkt, Zijn stemmetje zo vlug onverstaanbaar wordt, en Zijn roep om hulp bijna niet wordt gehoord te midden van de scherpe klanken en schrille, snerpende geluiden van de wereld. Toch weet Het dat in jou nog steeds Zijn veilige bescherming rust. Je zult Het niet in de steek laten. Het zal naar huis gaan, en jij samen met Hem.

Dit Kind is jouw verdedigingsloosheid, jouw kracht. Het vertrouwt op je. Het is gekomen omdat Het wist dat jij niet falen zou. Het fluistert te­gen je over Zijn thuis, onophoudelijk. Want Het wil jou met zich mee te­rugnemen, opdat Het zelf kan blijven en niet weer terug hoeft te keren naar waar Het niet hoort en waar Het als verstoteling leeft in een wereld van vreemde gedachten. Zijn geduld is grenzeloos. Het zal wachten tot jij Zijn zachte Stem in je hoort, die jou oproept Hem in vrede te laten gaan, samen met jou, naar waar Het thuis is, en jij met Hem.

Wanneer je een ogenblik stil bent, wanneer de wereld van jou wijkt, wan­neer ideeën zonder waarde ophouden waarde te hebben in je rusteloze denkgeest, dan zul je Zijn Stem horen. Het roept jou zo doordringend toe dat jij je niet langer tegen Hem verweren zult. In dat ogenblik neemt Het jou naar Zijn huis en zul jij bij Hem blijven in volmaakte stilheid, sereen en in vrede, aan alle woorden voorbij, door angst en twijfel onberoerd, in de sublieme zekerheid dat jij thuis bent.

Rust vandaag regelmatig met Hem. Want Het was bereid om een klein Kind te worden, zodat jij van Hem kon leren hoe sterk hij is die zonder verdediging komt en alleen boodschappen van liefde reikt aan hen die denken dat hij hun vijand is. Het houdt de macht van de Hemel in Zijn hand en noemt hen vriend en geeft hun Zijn kracht zodat zij kunnen zien dat Het een Vriend voor hen wil zijn. Het vraagt dat zij Hem beschermen, want Zijn thuis is ver weg en Het wil er niet alléén naar terugkeren.

Christus wordt als niet meer dan een klein Kind herboren, telkens wan­neer een zwerver zijn huis verlaat. Want hij moet leren dat het enige wat hij beschermen zal dit Kind is, dat verdedigingsloos komt en door zijn verdedigingsloosheid wordt beschermd. Ga vandaag van tijd tot tijd met Hem mee naar huis. Jij bent hier net zozeer een vreemdeling als Hij.

Neem vandaag de tijd om je schild, dat jou niets baat, terzijde te leggen, en de speer en het zwaard neer te leggen, die jij opgeheven hebt tegen een vijand die niet bestaat. Christus heeft jou een vriend en broeder genoemd. Hij is zelfs jouw hulp komen vragen om Hem vandaag gecompleteerd en compleet naar huis te laten gaan. Hij is gekomen zoals een klein kind dat zijn vader om bescherming en liefde moet smeken. Hij regeert het univer­sum en toch vraagt Hij voortdurend dat jij met Hem terugkeert en illusies niet meer als jouw goden aanneemt.

Jij hebt jouw onschuld niet verloren. Dit is waarnaar jij verlangt. Dit is jouw hartewens. Dit is de stem die jij hoort, en de roep die jij niet kunt ne­geren. Het heilige Kind blijft bij jou. Zijn thuis is het jouwe. Vandaag geeft Het jou Zijn verdedigingsloosheid, en aanvaard jij die in ruil voor al het vechtspeeltuig dat jij hebt gemaakt. En nu is de weg vrij en het eind van de reis eindelijk in zicht. Wees een ogenblik stil en ga met Hem naar huis, en wees voor even in vrede.

Chat openen
Hallo, hoe kan ik je helpen?