1. Hier is de tweede stap die we zetten om je denkgeest te verlossen van het geloof in een kracht van buitenaf die zich met de jouwe wil meten. Je doet pogingen tot vriendelijkheid en vergeving. Toch verander je die weer in een aanval, als jij geen uiterlijke erkentelijkheid en overvloedige dankbetuigingen krijgt. Je geschenken moeten met ere worden ontvangen, anders worden ze teruggenomen. En dus denk je dat Gods gaven op z’n best leningen zijn, op z’n slechtst misleidingen die je van je verdedigingen zullen beroven om te garanderen dat wanneer Hij toeslaat Hij zeker zal doden.
2. Hoe gemakkelijk worden God en schuld verward door hen die niet weten wat hun gedachten kunnen doen. Ontken je kracht, en zwakheid moet wel verlossing voor je worden. Zie jezelf als gevangen, en tralies worden je thuis. Evenmin zul je de gevangenis verlaten of aanspraak maken op je kracht zolang schuld en verlossing nog als één worden gezien, en vrijheid en verlossing niet als verbonden worden beschouwd, met aan hun zijde kracht, die gezocht en opgeëist, en gevonden en volledig kan worden erkend.
3. De wereld moet jou dankbaar zijn wanneer je haar bevrijding schenkt van jouw illusies. Maar jouw dank komt ook jou toe, want haar bevrijding kan alleen de jouwe weerspiegelen. Jouw dankbaarheid is alles wat jouw geschenken nodig hebben om de blijvende gift te zijn van een dankbaar hart dat voor altijd bevrijd is uit de hel. Zou je dit ongedaan willen maken door je geschenken terug te nemen omdat ze geen eer werden aangedaan? Jij bent het die ze eer aandoet en ze op een gepaste wijze dank betuigt, want jij bent het die de geschenken ontvangen heeft.
4. Het geeft niet of een ander jouw geschenken onwaardig vindt. Er is in zijn denkgeest een deel dat samen met de jouwe dankzegt aan jou. Het geeft niet of jouw geschenken verloren en vruchteloos lijken. Ze zijn ontvangen waar ze gegeven zijn. In jouw dankbaarheid worden ze universeel aanvaard en dankbaar erkend door het Hart van God Zelf. En zou jij ze willen terugnemen, wanneer Hij ze dankbaar heeft aanvaard?
5. God zegent elk geschenk dat jij Hem geeft, en elk geschenk wordt Hem gegeven, want het kan alleen worden gegeven aan jouzelf. En wat God toebehoort, moet wel het Zijne zijn. Maar je zult nooit beseffen dat Zijn gaven zeker zijn, eeuwig, onveranderlijk en onbeperkt, en eeuwig uitdelen, liefde uitbreiden en jouw altijddurende vreugde vergroten, zolang jij slechts vergeeft om weer aan te vallen.
6. Neem de geschenken die je geeft terug, en je zult denken dat wat jou gegeven is, teruggenomen werd. Maar leer vergeving de zonden te laten wegnemen die jij buiten jezelf denkt te zien, en je kunt nooit denken dat de gaven van God slechts voor een poosje geleend worden, voor Hij ze weer weggrist in de dood. Want de dood zal dan geen betekenis meer hebben voor jou.
7. En met het eind van dit geloof is angst voorgoed voorbij. Dank jouw Zelf hiervoor, want Hij is alleen dankbaar jegens God, en Hij dankt Zichzelf voor jou. Tot ieder die leeft zal Christus uiteindelijk komen, want ieder moet leven en bewegen in Hem. Zijn Wezen is in Zijn Vader zeker, want Hun Wil is Eén. Hun dankbaarheid jegens alles wat Zij geschapen hebben kent geen eind, want dankbaarheid blijft altijd deel van liefde.
8. Dank aan jou, de heilige Zoon van God. Want zoals jij werd geschapen bevat jij alles in jouw Zelf. En jij bent nog steeds zoals God jou geschapen heeft. Ook kun je het licht van jouw volmaaktheid niet verzwakken. In jouw hart is het Hart van God gelegd. Jij bent Hem dierbaar, omdat jij Hemzelf bent. Alle dankbaarheid behoort jou toe, om wat jij bent.
9. Zeg dank, zoals jij dank ontvangt. Wees vrij van alle ondankbaarheid jegens wie ook die jouw Zelf compleet maakt. En van dit Zelf is niemand buitengesloten. Zeg dank voor alle talloze kanalen die dit Zelf uitbreiden. Alles wat jij doet wordt Hem gegeven. Alles wat jij denkt, kunnen louter Zijn Gedachten zijn, omdat je met Hem de heilige Gedachten van God deelt. Oogst nu de dankbaarheid die jij jezelf hebt ontzegd toen je de functie die God jou gegeven heeft vergat. Maar denk nooit dat Hij ooit opgehouden is jou te danken.