4. Wat is de werkelijke wereld?
De werkelijke wereld is een symbool, zoals al het overige wat waarneming te bieden heeft. Toch staat ze voor iets wat tegengesteld is aan wat jij hebt gemaakt. Jouw wereld wordt gezien door ogen vol angst en levert je denkgeest de bewijzen van verschrikking. De werkelijke wereld kan alleen waargenomen worden met ogen die door vergeving zijn gezegend, zodat ze een wereld zien waarin verschrikking onmogelijk is en bewijzen voor angst niet kunnen worden gevonden.
De werkelijke wereld bevat een tegenhanger voor elke ongelukkige gedachte die zich in jouw wereld weerspiegelt, een feilloze correctie voor de beelden van angst en de geluiden van strijd waar jouw wereld vol van is. De werkelijke wereld toont een wereld die anders wordt gezien, door kalme ogen en met een vredige denkgeest. Daar heerst niets dan rust. Kreten van pijn en verdriet zijn daar niet te horen, want daar rest niets behalve vergeving. En de beelden zijn er vriendelijk. Alleen blije beelden en geluiden kunnen doordringen tot de denkgeest die zichzelf vergeven heeft.
Wat voor behoefte heeft zo’n denkgeest aan doodsgedachten, aanval- en moordgedachten? Wat kan hij anders om zich heen zien dan geborgenheid, liefde en vreugde? Wat is er dat hij zou verkiezen te verwerpen en wat is er waartegen hij oordelen wil? De wereld die hij ziet komt voort uit een denkgeest die met zichzelf in vrede is. In niets wat hij ziet loert enig gevaar, want hij is zachtaardig, en zachtaardigheid is het enige wat hij ziet.
De werkelijke wereld is het symbool dat de droom van zonde en schuld voorbij is en Gods Zoon niet langer slaapt. Zijn wakkere ogen zien de ontwijfelbare weerspiegeling van de Liefde van zijn Vader, de stellige belofte dat hij is verlost. De werkelijke wereld markeert het einde van de tijd, want haar aanblik maakt tijd zinloos.
De Heilige Geest heeft de tijd niet nodig als die Zijn doel heeft gediend. Nu wacht Hij slechts dat ene ogenblik nog tot God Zijn laatste stap zet, dan is de tijd verdwenen en heeft in zijn heengaan waarneming met zich meegenomen en enkel de waarheid achtergelaten om zichzelf te zijn. Dat ogenblik is ons doel, want het bevat de Godsherinnering. En terwijl we een vergeven wereld aanschouwen is Hij het die ons roept en mee naar huis komt nemen, en ons herinnert aan onze Identiteit, die onze vergeving aan ons teruggegeven heeft.
Mijn lichaam is iets volkomen neutraals.
1. Ik ben een Zoon van God. Kan ik dan tevens iets anders zijn? Heeft God het sterfelijke en vergankelijke geschapen? Welk nut heeft iets wat sterven moet voor Gods geliefde Zoon? En toch zal iets neutraals de dood niet smaken, want angstgedachten worden er niet in geïnvesteerd, noch wordt er een karikatuur van liefde aan verleend. Zijn neutraliteit beschermt het zolang het bruikbaar is. En nadien, als het geen doel meer dient, wordt het terzijde gelegd. Het is niet ziek, of oud, of beschadigd. Het is slechts functieloos en overbodig, en wordt afgedankt. Laat me vandaag inzien dat het niet meer is dan dit: een poos van nut en geschikt om te dienen, om bruikbaar te blijven zolang het dienen kan, en vervolgens vervangen te worden door een groter goed.
2. Mijn lichaam, Vader, kan Uw Zoon niet zijn. En wat niet geschapen is, kan zondig noch zondeloos zijn, goed noch slecht. Laat me deze droom dan gebruiken om bij te dragen aan Uw plan, opdat we ontwaken uit alle dromen die wij hebben gemaakt.